Het Wasgamuwa National Park ligt 75 kilometer ten zuidoosten van Dambulla. Wasgamuwa vormt een geheel met de parken Kaudulla en Minneriya en is het grootste park van de drie parken.
Wasgamuwa
Wasgamuwa werd in 1984 uitgeroepen tot Nationaal Park en is daarmee het enige nationale park in de Centrale Provincie. Het park werd opgericht om ontheemde wilde dieren te beschermen en is een van de vier parken die hiervoor is aangewezen. Het heeft daarom een van de hoogste biodiversiteit in Sri Lanka. Oorspronkelijk werd het in 1938 aangewezen als natuurreservaat en in het begin van de jaren zeventig werd het gebied aangemerkt als nationaal park. Ook in dit park kun je grote kuddes olifanten zien, omdat het via een natuurlijke corridor verbonden is met het Kaudulla National park en het Minneriya National Park. Wasgamuwa is ook een belangrijk vogelgebied. De naam van de Wasgamuwa is afgeleid van de woorden “Walas Gamuwa“. “Walasa” is Singalees voor luiaardbeer en “Gamuwa” betekent bos.
Suda Kanda
Het hoogste punt van het Nationaal Park is Sudu Kanda (witte berg) met 470 meter. Het park bestaat verder uit bossen en graslanden. Ook vind je in het park de ruïnes van Malagamuwa en de ruïnes van Chulangani chaitya. Deze voormalig stad is gebouwd door koning Mahanaga.
Flora & Fauna Wasgamuwa
Wasgamuwa National Park heeft ongeveer de hoogste biodiversiteit onder de beschermde gebieden in Sri Lanka. Niet alleen olifanten, maar ook de langoer aap en de makaak aap, waterbuffels, Sri Lankaanse asherten en de zeldzame luipaard en luiaardbeer bevinden zich hier. Ook de kleine gouden palm civet, een zeldzaam endemisch zoogdier verblijft in Wasgamuwa.
Het aantal geregistreerde vogelsoorten bedraagt 143, waarvan er ook acht endemisch zijn. Ook leven er in het park 17 verschillende soorten reptielen waarvan er vijf endemisch zijn. In het park leven ook luipaarden, maar het is een zeer kleine kans dat je die zult spotten.