Skip to main content

Sinharaja Forest

Regio: Centraal Zuid

Het Sinharaja National Park is enigste regenwoud in Sri Lanka en gelegen in het zuidwesten van het land. Het park strekt zich uit over districten Galle, Matara en Ratnapura. Dit gedeelte wordt ook wel de natte zone van het eiland genoemd. Het park werd opgericht in 1978 en in 1988 werd het vanwege zijn grote biodiversiteit toegevoegd aan de werelderfgoedlijst van Unesco.

Sinharaja

Sinharaja is het enige levensvatbare tropische regenwoud in Sri Lanka. Meer dan 60% van de bomen zijn inheems en velen hiervan worden ook als zeer zeldzaam beschouwd, waaronder waardevolle houtbomen zoals satijnhout en ijzerhout. Door het hele bos zijn talloze lianen, epifyten en varens te vinden. Er zijn ook bomen die een hoogte bereiken van 40-50 meter.

Er is ook veel inheemse fauna, met name vogels, in het reservaat aanwezig, maar het is ook de thuisbasis van meer dan 50% van Sri Lanka’s inheemse soorten zoogdieren (het luipaard en de Indische olifant zijn bedreigde zoogdieren) en vlinders. Verder komen er veel soorten insecten, reptielen en zeldzame amfibieën voor. Endemisme betekent dat veel soorten die hier voorkomen uniek zijn voor deze regio.

Sinharaja betekent: “Leeuwenkoning” en deze naam komt van het verhaal dat het Sinharaja Rainforest National Park het laatste verblijf zou zijn geweest van de Sri Lankaanse leeuw, welke is uitgestorven rond 3700 voor Christus.

Geografie Sinharaja National Park

Het park ligt tussen twee rivieren in: De Koskulana Ganga in het noorden en de Ging Ganga in het zuiden. Het hoogste punt van het park is Hinipitigala (1171m). Het park beslaat 89 km². Het park is gelegen in de natte zone van het land, hierdoor is het reservaat op de meeste dagen gehuld in de wolken.

Bezoekersregelement Sinharaja Forest Reserve

Vanwege de ecologische en endemische gevoeligheid is de toegang tot het Sinharaja Forest Reserve beperkt en moeten bezoekers van te voren toestemming krijgen en worden vergezeld door een gediplomeerde gids. Op deze manier zorgt het park ervoor dat menselijke impact op de natuur wordt tegengegaan en wordt het kwetsbare ecosysteem behouden. Je kan ook alleen te voet het park in. De gids leidt je met plezier over glibberige paadjes, terwijl ze je van alles vertellen over de weelderige planten, vogels en dieren in het park. Het reservaat heeft ook mogelijkheden voor trektochten en verkenning van de natuur. De paden zijn goed gemarkeerd. Met een trekking krijg je de kans om uniek flora en fauna van dichtbij te observeren.

In het park zijn twee belangrijke natuurpaden die beide bij het Kudawa Conservation Centre starten. De korte route leidt tot de Mulawella bergtop en duurt ongeveer één tot twee uur. De tweede route is langer en duurt vijf tot zeven uur en eindigt op de top van de Sinhagala berg.

Kaart